- Leer- en gedragsproblemen
- Luistertherapie
- Het menselijk oor
- De behandeling
- De apparatuur
- Contact
Horen, luisteren en spreken zijn de belangrijkste communicatiemiddelen van de mens. Een goed beluistervermogen is voorwaarde voor elke vorm van communicatie. Het beïnvloedt het taalbegrip, het uitdrukkingsvermogen, het vloeiend spreken en de articulatie. Ook voor lezen, schrijven, spellen en abstract denken is een goede hoor- en luistervaardigheid noodzakelijk. De beluisterfunctie zorgt ervoor dat we informatie kunnen opnemen, dat irrelevante informatie gefilterd wordt en dat informatie gesorteerd en georganiseerd wordt.
Het oor is de accu van zowel ons lichaam als onze geest. We worden via het oor als het ware opgeladen. Het oor verzorgt voor ongeveer 90% de energie naar de hersenschors door opname van hogere frequenties, die een zogenaamde opladende functie hebben.
Alle kinderen hebben bij de geboorte het vermogen om goed te luisteren. Maar soms sluit het oor zich af voor bepaalde frequenties, omdat er ergens in je leven iets gebeurd is, waardoor bepaalde signalen niet meer worden doorgegeven aan de hersenen. Iets in ons wil die bepaalde frequentie niet meer horen: dus sluiten we ons ervoor af. Dit afsluiten kan gebeuren door bijvoorbeeld: emotionele schade, een langdurige scheiding van de moeder, veelvuldige oorontstekingen, een moeilijke zwangerschap en zware bevalling, geluidsoverlast, een overlijden, een ziekenhuisopname, een verhuizing, een doublure op school, etc.
Alle willekeurige en onwillekeurige bewegingen, de spiertonus, spanningen in het lichaam, verkramping of ontspanning, grove- en fijne motoriek worden door het oor geregistreerd, gereguleerd en gecoördineerd. Het oor is het orgaan met de meeste zenuwverbindingen in het lichaam. Het oor bestaat uit drie delen:
Het slakkenhuis en het evenwichtsorgaan samen zijn een doorgeefstation voor zintuiglijke informatie van tast, zien en horen.
Het oor hoort niet, het vangt slechts geluidsgolven op die in de vorm van impulsen naar de hersenen worden geleid en pas daar als geluid worden waargenomen.
De gehoorcellen van het slakkenhuis in het binnenoor analyseren de geluiden en leiden de geluiden d.m.v. elektrische impulsen naar de hersenen. De hoge tonen geven de hersenen de meeste energie en de lage tonen ontladen de hersenen (de halfcirkelvormige kanalen worden actief en het lichaam wil bewegen, de hersenen verliezen energie). Daarom werkt het oor als een soort dynamo voor de hersenactiviteit. Bij hyperactieve kinderen worden de hersenen niet goed opgeladen, zij worden voortdurend tot bewegen gedwongen in een poging hun hersenen op te laden. Lage tonen hangen samen met de grove motoriek, hoge tonen hangen samen met de fijnere motoriek. Als we leren de hoge tonen beter waar te nemen, winnen we aan vitaliteit, leer- en communicatie-vaardigheden, creativiteit en levenskwaliteit. Hierdoor wordt "de poort naar de wereld" geopend.
Het evenwichtsorgaan is verbonden met alle spieren van het lichaam en stuurt dus het evenwicht, de lichaamshouding en de motoriek aan. Het evenwichtsorgaan is verantwoordelijk voor het lichaamsbeeld, het lichaamsbewustzijn en de oriĆ«ntatie in de ruimte. Het zorgt voor de lichaamsbalans, coördinatie, verticaliteit, spierspanning, oogspieren, lichaamsbeeld (het zichzelf in de ruimte plaatsten) en zintuiglijke informatie naar de hersenen sturen. Als een van deze dingen problemen oplevert bij een kind, raakt het kind verward door allerlei informatie van buitenaf.
Een foetus ontwikkelt zich in het vruchtwater. Na 4,5 maand is het gehoororgaan volledig ontwikkeld, de mens hoort dus al vanaf 4,5 maand voor de geboorte. Een foetus kan dus in de baarmoeder omgevingsgeluiden waarnemen. Door het vruchtwater, dat ook in het oor zit, wordt een groot deel van de geluiden gefilterd, voornamelijk de lage frequenties. Uit de omgevingsgeluiden blijven de boventonen over. Dit geldt ook voor de moederstem (deze produceert ook boventonen). Van alle omgevingsgeluiden kan de foetus die geluiden kiezen die belangrijk zijn voor zijn ontwikkeling. De selectiviteit, een ontwikkelingsproces van het vermogen om in toenemende mate toonhoogten van elkaar te onderscheiden, wordt zo "geopend". Ongeveer op het elfde levensjaar hoort dit proces geheel afgerond te zijn.
Tomatis heeft ontdekt dat de hoge tonen van de moederstem mede verantwoordelijk zijn voor de rijping van het zenuwstelsel. Ook bereidt de moederstem het kind voor op de taalontwikkeling na de geboorte. Het luisteren begint dus al in de baarmoeder.
Als je van een op cd opgenomen moederstem de lage tonen wegfiltert (de klanken worden gefilterd tot ongeveer 9000 Hz (= baarmoederniveau)), luistert het kind dus naar de moederstem zoals hij deze in de baarmoeder hoorde. Zoals een kind bij de geboorte de overgang moet maken van het horen door water naar het horen door lucht, zo maakt het kind bij luistertherapie de overgang van de zwaar gefilterde moederstem naar de ongefilterde moederstem. Hierdoor wordt de "beluister" functie opnieuw ontwikkeld. De moederstem is eigenlijk de basis waarop het luisterproces zich ontwikkelt en geeft een gevoel van veiligheid. Dit gevoel van veiligheid gaat vooraf aan de wens tot communiceren.
Ons zenuwstelsel is asymmetrisch. Het rechteroor is door een kortere zenuwbaan verbonden met onze linkerhersenhelft (waar het taalcentrum zit) dan ons linkeroor is verbonden met onze rechterhersenhelft. Het geluid via het rechteroor legt een weg af naar onze hersenen die 200 keer korter is dan de weg die het geluid via het linkeroor aflegt.
Wanneer we horen met ons linkeroor duurt de weg tot de bewuste waarneming zo lang alsof we 120 meter van de geluidsbron verwijderd zijn. De hogere frequenties worden daardoor verzwakt. Daarom worden de klanken ongedifferentieerder ervaren en is er minder stimulering van de hersenschors. Mensen met een linkeroordominantie communiceren vaker met een vertraging, omdat het geluid een langere weg aflegt. Dit kan een rol spelen bij allerlei problemen (lees- en/of spellingsproblemen (dyslexie), spraakproblemen (stotteren, vaak "uh" zeggen), het kan het zelfvertrouwen ondermijnen).
Het rechteroor is verbonden met de linkerhersenhelft waar het taalcentrum zich bevindt. Om te communiceren gebruiken we dit taalcentrum. Om goed te communiceren moet de informatie de kortste weg afleggen naar het taalcentrum. Daarom is een rechteroor-dominantie belangrijk.
Het geluid dat via het linkeroor binnenkomt, moet een veel langere weg moet afleggen om in het taalcentrum te komen, dan het geluid dat via het rechteroor binnenkomt.
Volgens Tomatis kunnen leerproblemen (bijv. dyslexie) o.a. samenhangen met een linkeroor-dominantie. Deze mensen hebben moeite met het gebruikelijke "stampwerk". Leren kost hen veel energie, ze zijn eerder moe, zeker als ze zich moeten concentreren. Ze kunnen na een paar seconden vergeten zijn wat er net tegen ze is gezegd en dat is geen onwil. Kinderen met een linkeroordominantie zijn minder op de buitenwereld gericht. Ook al spelen ze leuk met vriendjes en vriendinnetjes, van binnen ervaren ze zich als "op slot en eenzaam" en ze zijn niet echt mededeelzaam.
Linkeroordominantie blijkt ook samen te hangen met communicatieproblemen (bij mensen die de neiging hebben zichzelf af te wenden van de omgeving).
Tomatis heeft eens gezegd: "Je leest met je oren". De uitermate fijne coördinatie tussen oog en oor geschiedt door het oor. Het verwisselen van letters in een woord blijkt samen te hangen met de linkeroordominantie. Dit probleem verdwijnt meestal als de dominantie van het rechteroor hersteld is.
Het rechteroor blijkt bij uitstek het oor te zijn dat bij het analytisch luisteren hoort. Het linkeroor is gericht op het "totale klankbeeld". Het gaat erom een onderlinge wisselwerking te vinden tussen het linker- en het rechteroor, waarbij het rechteroor altijd wat dominanter moet zijn, omdat je je met je rechteroor opent naar de wereld.
De volgende gebieden zijn beter ontwikkeld bij mensen met een rechteroor-dominantie:
qua stem en spraak verbeteren de:
intensiteit
frequentie
timbre
ritme
vloeiendheid
een beter vermogen tot spontane reacties
meer adequate reacties op emotionele stimulans
meer extrovert georiënteerd zijn
ze beheersen hun emotionele respons beter
ze hebben minder neiging tot: angst, spanning, frustratie, agressie
het tempo verbetert/wordt sneller
verwoorden/spreken verloopt vlotter/gemakkelijker/vloeiender